Op 17 maart organiseerden het Kennisplatform Examinering in het Hoger Onderwijs (EHON) en CITO een kennisdag. We waren te gast bij de hogeschool Inholland te Haarlem.
Een docent van een HBO bachelor opleiding presenteerde voorlopige bevindingen van de pilot naar aanleiding van het “Protocol Verbeteren en Verantwoorden van afstuderen in het HBO”.
Dit protocol maakt onderdeel uit van het rapport “Beoordelen is mensenwerk” (Vereniging Hogescholen, 2014). Dit rapport beschrijft:
- resultaten van een onderzoek naar mogelijkheden van protocollen voor het beoordelen van (kern) werkstukken in het hoger onderwijs,
- en een protocol dat als kader dient voor het verantwoorden van de kwaliteit van de eindwerken.
Doel van de pilot is ondersteuning te bieden aan opleidingen bij het (her)ontwerpen van afstudeerprogramma’s volgens het protocol. Het protocol bevat 12 kritische vragen over het hele afstudeerprogramma. Een scherp antwoord op deze vragen biedt in ruime mate garantie over “de beoordelings- en beslissingskwaliteit van het afstuderen” (p. 19).
De docent vertelde over de moeite die de opleiding had om een antwoord te geven op de eerste drie vragen. Deze vragen hebben betrekking op de eindkwalificaties van de opleiding:
- Weerspiegelen de eindkwalificaties van de opleiding zowel de eisen vanuit het werkveld als de eisen aan het HBO niveau?
- heeft de opleiding het vereiste niveau voor onderzoekend vermogen beschreven in de eindkwalificaties?
- Toets de opleiding alle eindkwalificaties in het afstudeerprogramma en waar wordt dit getoetst?
“Eindkwalificaties zijn nauwelijks bekend bij het team van afstudeerdocenten” en “Docenten denken vooral in vakken en inhoudelijke kennis, minder in bekwaamheid” waren uitspraken. Veel deelnemers in de zaal herkenden de moeite om een scherp antwoord te geven op deze vragen.
Ik weet dat dit realiteit is, maar schrik er evengoed ook van. Waar zijn we dan mee bezig in het Hoger Onderwijs? Als veel goed onderbouwde onderwijskundig ontwerpmodellen starten met vragen zoals geformuleerd in het protocol, waarom blijkt de praktijk dan toch zo weerbarstig? Suggesties tijdens de presentatie waren onder andere dat docenten ontwerpdeskundigheid missen en dat onvoldoende faciliteiten geboden worden om onderwijs te ontwerpen. Mooi was het pleidooi van de spreker om, ongeacht het gekozen ontwerpmodel, altijd zorg voor te dragen voor behoud van draagvlak in het docententeam.