“Lesgeven in een klaslokaal geeft energie, doceren via een webcam slurpt energie weg”. Zomaar een quote uit de Volkskrant (onderwijsbijlage, 29 mei 2020). Ik kan er wel honderd quotes aan toevoegen uit de eigen werkpraktijk. “Wat mis ik de gesprekken met de studenten, ik mis de terugkoppeling van ze”, “Het online lesgeven is kleurloos geworden, nu ik niet kan zien of ik mijn studenten bereik tijdens de colleges”, etcetera.
En ik ervoer het zelf ook tijdens het geven van een online workshop aan universitair docenten, samen met collega onderwijskundigen. Goed voorbereid, een helder leerdoel, een workshop doorspekt met activerende werkvormen, proefgedraaid voorafgaand aan de echte workshop…wat ging het goed! En wat was het energieslurpend!
Voorafgaand aan de workshops vroegen we docenten naar inmiddels opgedane ervaringen in online lesgeven.Een ervan was ”zenden, zenden en nog eens zenden, dat is wat overblijft als het contact met de studenten moeizaam is.” Hoe maak ik contact, hoe activeer ik studenten in een online setting?” Deze vragen vormden de insteek van de workshop. We lieten docenten een aantal activerende (werk)vormen zelf laten ervaren en gaven tips hoe ze de werkvorm zelf konden inzetten in implementeren in hun onderwijs.
4 tips:
- Voorafgaand aan het lesontwerp: Een didactische vuistregel verdwijnt niet bij een online les: wat wil je bereiken en is dat mogelijk in een online setting? Wat niet kan, kan niet, dus focus beter op wat wel kan. En wees er helder over naar de deelnemende studenten.
- Start van de les: Activeer voorkennis bij de student, bijvoorbeeld door een mindmap te maken in mentimeter. Andere optie is de inzet van de 3-2-1 methode waarin je deelnemers vraag (in kleine groepen) om drie dingen te schrijven die ze al weten over onderwerp, twee dingen die ze graag willen weten of waarover ze meer willen weten, en één vraag die betrekking heeft op het sleutelbegrip of het leren.
- Tijdens de les: leer je de studenten nieuwe kennis of vaardigheden: Dit kan door een presentatie te geven, houd hierbij maximaal 10 minuten aan. Andere opties zijn het uitdelen van een tekst met leestijd of het tonen van een video. Leerwinst boek je vooral in de activiteiten daarna als je studenten met het geleerde laat oefenen. Bijvoorbeeld door studenten in verdelen in kleine groepen in een breakout room en een oefening uit te delen. Andere opties zijn bijvoorbeeld een formatieve toets maken (onder andere shakespeak of kahoot), een formatieve toets/ toetsvragen voor collega studenten te laten ontwikkelen of een spelvorm zoals petje op, petje af (in beeld) of duim omhoog, duim omlaag (in de chatfunctie of statusfunctie).
- Na de les: Evalueer of de doelen zijn bereikt, bijvoorbeeld met inzet van een formatieve toets. Evalueer of de les goed is verlopen, bijvoorbeeld met een online evaluatie of door feedback te vragen in de chatfunctie.
Er zijn vele werk- en spelvormen in te zetten bij deze 4 tips. Heb je interesse of heb je goede tips, laat het ons weten!
Nog even terugkomend op mijn eigen ervaring: de werkvormen verliepen vrijwel allemaal goed, op een technisch hobbeltje na. Maar activeren alleen is niet voldoende. Niet alle werkvormen zijn geschikt voor grote groepen, en onze groep bleek groter dan we de deelnemers die zich vooraf hadden ingetekend. En we misten het echte contact met de deelnemers.
Lerenden inspireren, motiveren, confronteren is zo moeilijk als je de studenten niet in je klaslokaal hebt zitten, en je de non-verbale signalen mist. Hopelijk gaan we met z’n allen niet voor volledig online leren, en wel voor blended learning in de toekomst.